Een Meelker is een molenaar

Ooit een keer afgevraagd waar de naam Meelker vandaan komt? Vast wel. En ook wij hebben natuurlijk altijd al gedacht dat het iets te maken zou moeten hebben met meel, bakker, graan, etcetera.
Nu hebben we eindelijk het antwoord gevonden. In de beroepen database van het Rijksarchief Friesland vonden wij namelijk het volgende: "Een Meelker is een molenaar." Andere woorden voor molenaar zijn: Meelder, Molder en Mulder.
Zijn er leden in uw familie die werkzaam zijn of waren in een bakkerij of molen?
terug

NAAMSVERMELDINGEN EN LITERATUURREFERENTIES:
Typisch Gronings is wel de talrijkheid van de noordoostelijke namen op -ker of (vooral na d, l, d en t) -(t)jer, van het type imker voor bijenhouder. Zij geven de afkomst of het beroep van de drager aan, zoals (in Friesland): Bilker(t), Blesker, Tjoelker (...), 'Wâldtsje(r), stêdtsjer, moalker, bijker, feantsjer, túntsjer' (naast: "feanter, túnter" met -ter), Tuinker, Duinker, Duintjes, Kleiker, Leemker, enz. als afleidingen van Het Bildt, De Blesse, De Tjoele (in Achtkarspelen) en de Friese woorden voor: de Wouden, stad, meel, bij, veen, tuin, duin, klei, leem, enz. Ten dele hangen deze afleidingen samen met de Friese werkwoorden op -kje (en na n: -tsje), zoals: bijkje (naast ymkje), buorkje, feantsje, koaikje, pypkje, tomkje, túntsje, waarvoor het Gronings vormen op -ken en -tjen heeft: boerken, bijken (naast iemken), doemken, kooiken, piepken, toentjen, veentjen (volgens K. ter Laan in het Westerkwartier) naast veentken (Westerwolde).
Voor Groningen kan ik wijzen op: Hoornker, Schansker, Boneschansker, Woldjer, Woltjer, Schildjer, stadjer, Veenker, Veentjer, Bosker, Meelker, Potjer, Panjer, enz. als afleidingen van Hoorn (onder Wedde), Oude- of Nieuwe-Schans, Boneschans (bij Nieuwe-Schans), het Wold of de Wolden, Overschild, stad, veen, bos, meel, pot, pan, enz. Merkwaardig is dat een aantal door Winkler en Meertens genoemde Groningse voorbeelden niet (meer) in Groningen voorkomen: Duinker, Kofker, Kooltjer, Korfker, Leemker, Muirker, Tuinker en: Borker, Buntjer, Renker, Streutker, Strootker."
Volgt een lijstje van -ker- en -tjer-namen die met een mate van waarschijnlijkheid tot dit type behoren. Zij komen vooral in het zuidoosten, in de Veenkoloniën en Westerwolde talrijk voor [NRF-Gr, p 9; vgl. H.T.J. Miedema, 'Veenkers en Sandkers tegenover Veentjers en Sandjers in het oosten van Groningen en Drente', in: DMB 17 (1965), p 43-52].
terug